Tijdens haar internetzoektocht naar schoenen stuit Lisa op een website waarop Uggs worden aangeboden: goedkoper dan in de winkel. Ze besluit voor zichzelf en haar zus een paar te kopen. Maar een paar weken later zijn de laarzen nog steeds niet binnen. Wel valt er een brief van een Belgisch advocatenkantoor op de deurmat.

Wat blijkt? De in China verscheepte laarzen zijn door de Belgische douane onderschept en in beslag genomen. De echte Ugg-fabrikant had lucht gekregen van de verkoop van de nepproducten en daarop een Belgisch advocatenkantoor ingeschakeld. Dat advocatenkantoor stelt Lisa uit naam van de Ugg-fabrikant aansprakelijk en claimt een schadevergoeding vanwege de schade die het merk had opgelopen.
Weg aankoopbedrag
Volgens het advocatenkantoor had Lisa moeten weten dat zij niet de echte Uggs kocht: de prijs was immers veel lager dan in de winkel. Door een schadevergoeding van 250 euro te betalen kan Lisa voorkomen dat het op een rechtszaak uitdraait. Lisa zit in zak en as: geen laarzen, een schadeclaim aan haar broek en naar het aankoopbedrag van de laarzen kan ze fluiten.
Niet van echt te onderscheiden
Lisa vraagt een van mijn collega’s om hulp. Die legt haar uit dat zij te goeder trouw heeft gehandeld: de website waarop de laarzen worden verkocht ziet er professioneel uit en er staat bij vermeld dat het om echte Uggs gaat. Bovendien is de prijs ook weer niet zo laag dat Lisa had kunnen weten dat het om neplaarzen ging.
Kansloze zaak
Mijn collega schrijft het advocatenkantoor dan ook een brief. Dat bindt al snel in. Lisa ontvangt opnieuw een brief, waarin staat dat de schadevergoeding is gezakt naar 50 euro. Ook dat vinden wij niet redelijk: er valt Lisa namelijk niets te verwijten. We blijven bij ons standpunt. Het advocatenkantoor moet hebben ingezien dat het een kansloze zaak was, want een reactie hebben we nooit meer ontvangen.
Dit verhaal is echt gebeurd: om privacyredenen hebben we de naam van de klant gefingeerd.