Ex-werk­ne­mer wil op va­kan­tie met geld van de baas

 

Frans besluit samen met zijn werknemer de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In de beëindigingsovereenkomst staat onder andere dat Frans een eindafrekening zal voldoen. Zijn ex-werknemer stelt, na ontvangst van de eindafrekening, dat hij te weinig vakantiedagen uitbetaald krijgt en vordert uitbetaling van vijftien vakantiedagen. 

Eva

Frans is met stomheid geslagen. Het klopt niet. Hij vraagt mij om zijn vakantieadministratie te bekijken. Frans heeft gelijk, maar de ex-werknemer blijft halsstarrig volhouden. Zelfs tot aan de rechter. Die overweegt dat de bewijslast van een tegoed aan vakantiedagen bij de werknemer ligt. Maar de rechter geeft ook aan dat Frans moet kunnen motiveren waarom hij de claim van zijn ex-werknemer betwist. En wel aan de hand van de vakantiedagenadministratie die de werkgever zelf moet bijhouden.

Pijnpunt
De huidige vakantiewet bepaalt dat werknemers hun wettelijke vakantiedagen binnen achttien maanden moeten opnemen. De wet heeft tot doel om stuwmeren aan vakantiedagen in te dammen. Niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Daar zat het pijnpunt en verschil van inzicht.

Belang van goede administratie
We weten de rechter ervan te overtuigen dat de werknemer al zijn dagen heeft opgenomen. Frans heeft gelukkig zijn vakantieregistratie goed op orde. De vordering van de werknemer wordt afgewezen. Wat als Frans geen administratie had bijgehouden? Dan zou de werknemer nu waarschijnlijk, op kosten van Frans, genieten van een extra vakantie. Aan, wie weet, een stuwmeer.

Dit verhaal is echt gebeurd: om privacyredenen hebben we de naam van de klant gefingeerd.