Binnen de onderwijscao’s wordt een verschil gemaakt tussen openbaar en bijzonder onderwijs.
Openbaar onderwijs
Werknemers in het openbaar onderwijs zijn werkzaam voor de gemeente of een openbare stichting op basis van een akte van aanstelling. Dat betekent dat deze werknemers zijn aangesteld door een eenzijdig aanstellingsbesluit. Tegen ieder besluit dat over de rechtspositie van de werknemer gaat, kan de werknemer binnen zes weken bezwaar maken. De regels van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) zijn van toepassing.
Bijzonder onderwijs
Werknemers die werkzaam zijn in het bijzonder onderwijs zijn werkzaam op basis van een akte van benoeming of een arbeidsovereenkomst. Als hierover geschillen zijn, is de kantonrechter bevoegd om deze te behandelen. De regels van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn van toepassing.
Het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs komt ook terug in de cao Primair Onderwijs, de cao Voortgezet Onderwijs en de cao Nederlandse Universiteiten. Werknemers die werkzaam zijn op basis van de cao Middelbaar Beroepsonderwijs of de cao Hoger beroepsonderwijs zijn per definitie werkzaam in het bijzonder onderwijs.